woensdag 12 juni 2013

Dagu

Kom mij niet lullen, mensen,  met ongefundeerde uitspraken over het Nederlands gevangeniswezen en de uitvoering van het justitieel beleid. Laat me je een verhaal vertellen.

'Mevrouw, u kunt nu weggaan. We houden uw man hier'. De zon scheen die dag maar de koude wind vertelde dat de winter eraan kwam. Huiverend kroop ik dicht tegen Winston aan terwijl we op de bus stonden te wachten. 'Kom hier, schat, je hebt het koud', en hij had zijn dikke winterjas opengemaakt zodat ik me kon warmen tegen zijn brede borst, verstopt voor de kou en de buitenwereld. Hij had een fout gemaakt. Een domme fout maar zijn begeleidster van de reclassering had hem gerustgesteld. 'Ik heb ze een positief verslag gestuurd, gebaseerd op jouw gedrag van de laatste jaren, en  geadviseerd je een fase terug te zetten, dus dan krijg je wel weer die enkelband, maar deze ene misser zal geen reden zijn om jouw penitentiair programma te stoppen'. Toen ik haar drie dagen later sprak was ze boos maar ze stond met haar rug tegen de muur. 'Hij deed het zó goed! Deze sanctie is veel te zwaar. Hij was zó gemotiveerd en iedereen die met hem te maken kreeg was positief over de manier waarop hij meewerkte!', en ze was teleurgesteld en verbaasd dat haar advies niet was opgevolgd, maar behalve een beetje nutteloos protesteren was er verder niets wat ze kon doen. Winston had zich gemeld, vrijwillig. Hij had zijn fout opgebiecht, zonder smoesjes. 'Ik heb coke gebruikt'. Een week daarvoor had hij in de woonkamer op de bank gezeten, met een vette smile, zijn linker broekspijp eigenaardig omhoog gestroopt, en het duurde even voor ik door had wat hij me probeerde te vertellen. 'Je enkelband is weg!', die vervloekte klote elektronische enkelband, waar ik zo'n hekel aan had omdat dat ding zoveel stress gaf en normaal leven onmogelijk maakte. Hij was zo trots als een aap geweest. 'Ik heb het gedaan, mop! Niemand dacht dat ik het aankon, maar het is me gelukt!', en hij had die mooie Surinaamse lach van 'm gelachen, me opgetild en rondgezwierd, zo blij als een kind. De enkelband hoorde bij de vierde fase van zijn persoonlijk penitentiair programma en tot nu toe was alles volgens het boekje gegaan, hoe zwaar het af en toe ook was geweest. Winston had in al die jaren geen moment zijn motivatie en wilskracht verloren en zich aan alle voorwaarden en elke regel gehouden, tot grote tevredenheid van de reclassering, en mocht beginnen aan de volgende fase: acht maanden voorwaardelijk, onder toezicht, met controles, begeleiding en een verplichte dagbesteding, maar verder als (relatief) vrij man. 'Ik wil het niet meer, schat. Deze man wil nooit meer vast komen te zitten. De bajes maakt een dagu van mij. En hoeveel jaren heb ik in totaal vastgezeten? I sabi toch... Het maakt mijn geest kapot. Het is het niet waard, Yvon. Over acht maanden heb ik mijn straf uitgezeten. Mijn laatste straf. Ik wil léven', had hij gezegd. Maar toen ging hij de mist in.
 
Iets gebeurde er en ik ga niet vertellen hoe of wat maar vrijwillig meldde hij zich daarna bij de reclassering in de Wibautstraat. 'Ik heb coke gebruikt'. Hij wist dat zijn eerlijkheid consequenties zou hebben. 'Waarschijnlijk krijg ik mijn enkelband weer terug'. Het verplicht moeten dragen van een elektronische enkelband is geen pretje. Winston was één van de eersten in Nederland die onder elektronisch toezicht kwam te staan (wat destijds nog een experiment van Justitie als oplossing voor het cellentekort was) en voor aanvang van het programma hadden ze hem gewaarschuwd. Psychisch zwaar, hadden ze het genoemd, en dat was het ook. Een enkelband is een grote, zwarte band met een rechthoekig blokje, waarin een GSM-zendertje zit, dat in contact staat met een kastje wat door Justitie in het huis van de gedetineerde is geplaatst. Binnen je huis kun je je vrij rond bewegen maar naar buiten mag je alleen binnen opgelegde tijden. Het aantal uren wat je buitenshuis mag doorbrengen neemt (meestal) toe naarmate de rest van je straftijd minder wordt. Al je bewegingen worden geregistreerd. Wanneer je je niet houdt aan de klok ben je de lul. Een alarm gaat direct naar de alarmcentrale, waarop de gedetineerde een telefoontje krijgt van Justitie en zich moet melden. Doet hij/zij dat niet, dan volgt er een huisbezoek. Sowieso kun je ter controle onaangekondigde bezoekjes van Justitie verwachten, wanneer je onder elektronisch huisarrest staat. Altijd hielden we de tijd met één oog in de gaten. We woonden nog niet samen en vanwege omstandigheden kon ik niet vaak bij hem komen dus wanneer hij doordeweeks werkte (vrijwillige taakstraf) hadden we in het begin net een kleine tien minuutjes om elkaar even te zien en zoentjes uit te wisselen. Stond -ie met zijn stoere, vieze werkkleren nog aan voor de deur, tot ik tegen hem moest zeggen: 'Ga nou maar naar huis, schatje, straks gaat dat alarm af', en elke minuut telde. Alles moesten we van te voren plannen en alles moest passen binnen de uurtjes die hij buitenshuis mocht doorbrengen. Een dvd-tje werd uitgezocht op lengte van de film want het is lullig als je elke keer het laatste kwartier moet missen omdat anders het alarm afgaat. Lig je lekker te neuken, shit, vergeten op de klok te letten!, en ineens blijk je nog maar vijf minuten over te hebben om het af te maken, dus ook sex moet je plannen. Tijd wordt een tiran die je leven regeert en de uitdrukking 'Alle tijd van de wereld hebben' een zure grap. Moest Winston binnen blijven, dan was hij zich pijnlijk bewust van zijn beperkte vrijheid en het leven dat zich buitenshuis afspeelde. 'Als je vast zit in de bajes, dan zit iedereen om je heen vast. Nu zit ik thuis vast en iedereen om me heen is vrij'. Huisarrest mag niet langer dan drie maanden duren vanwege het risico op cabin fever, een depressie ten gevolge van een langdurig isolement, en vraagt veel zelf-discipline, motivatie, en voldoende kracht om niet mesjokke te worden van het Big Brother is Watching You- gevoel dat erbij komt kijken, wat betekent dat je niet zomaar elke willekeurige crimineel onder elektronisch toezicht kunt plaatsen.
 
Hand in hand liepen we richting de Koepel in Haarlem, waar hij voor de gevangenisdirecteur moest verschijnen, die door Justitie was aangewezen als degene die, na zijn kant van het verhaal te hebben gehoord, moest beslissen over het verdere verloop van zijn penitentiair programma. Hand in hand zaten we in de wachtkamer, stil, gespannen, tot ze hem meenamen, na een laatste zoen en een optimistisch 'Tot straks, schat'. Later vertelde hij me, met pijn en woede in zijn ogen: 'Ik liep zijn kantoor binnen, zag die man zijn kop en ik wist het. Het interesseerde hem geen moer wat ik te zeggen had. Zijn besluit stond al vast'. De directeur had het verleden in de vorm van een dik strafblad zwaarder laten wegen dan alles wat Winston had bereikt in het heden. Hij negeerde het advies van de reclassering en besloot dat Winston de resterende acht maanden van zijn straf in de gevangenis moest doorbrengen. Hij kon meteen blijven. De blonde bewaarder die me het nieuws had verteld, was een jonkie, net uit de klei, een groentje dat zich verstopte achter een laag koele onverschilligheid en ik weet nog dat het voelde alsof die snotneus daar veilig achter die balie, beschermd achter dat glas, me een klap in het gezicht had gegeven. 'Wat bedoel je? Hoezo houden jullie mijn man hier?', vroeg ik en ik vertikte het om te gaan huilen. 'Uw man moet blijven. Beslissing van de directeur. Hier', waarop hij een folder naar me toeschoof en me de deur wees. Buiten in de zon ben ik eerst gaan vloeken als een bootwerker. Daarna kwamen de tranen. Uit het zicht van de klerelijers die hem geen schijn van kans hadden gegeven.
 
Die acht maanden bajes hebben hem geen goed gedaan. Winston wist zich geen raad met zijn woede en frustraties, hij voelde zich verraden en in de steek gelaten door het systeem wat hem juist had moeten helpen en dus werd hij depressief. Hij kreeg ook lichamelijke klachten en at slecht maar bleef zich de kolere trainen, om zijn opgekropte emoties kwijt te raken. Zijn verzoek om overplaatsing naar een p.i. met meer faciliteiten (en meer hulp) werd pas goedgekeurd nadat hij bijna de controle over zichzelf had verloren. Hij zat daar tussen junkies, zwervers, gekken, illegalen, potenrammers, noem maar op want de Koepel is een huis van bewaring waar verdachten zitten, en mensen die wachten op een uitspraak of op overplaatsing naar een 'echte' gevangenis. Langgestraften horen niet thuis in een huis van bewaring, dat is wettelijk vastgelegd. Diverse keren heb ik met de Koepel gebeld. 'Hij is een tijdbom aan het worden. Ik waarschuw jullie. Dit gaat binnenkort fout', maar ze namen me pas serieus nadat het bijna fout was gegaan. Hij liet zijn schoenen achter, voor een eenzame en wanhopige illegale Afrikaan die met blote voeten in de Koepel was beland en vertrok naar de p.i. in Grave, vlakbij Oss, de enige gevangenis waar ze een cel voor hem hadden. Daar kwam hij wat meer tot rust, ondanks dat zijn verzoek om aanwezig te mogen zijn bij de begrafenis in Suriname van de enige vaderfiguur in zijn leven, zijn opa, werd afgewezen, hij deed zijn best maar hij bleef... anders. Veranderd. Het was alsof ze het laatste restje vertrouwen in de wereld uit hem hadden geknepen. 'Ik heb het zelf opgefokt, ik had die shit niet moeten gebruiken maar ik wilde een eerlijk man zijn en ze hadden me niet weer moeten opsluiten. Alles wat ik had gedaan om mezelf te bewijzen was voor niets. Ik heb dat fuckin' programma vierenveertig maanden gevolgd tot en met die koulo enkelband. En voor wat? Ik had me nooit eerlijk moeten melden. Het maakt geen moer uit wat je doet. De staat kan mijn black ass kussen. Ik ben een dagu en ik zal altijd een dagu blijven'. 

Winston kwam vrij en hij had niets behalve wat kleding en wat kleine, persoonlijke spulletjes. Geen huis, geen geld, geen werk en het duurde maanden voor zijn uitkering rond was. Hij kreeg geen enkele hulp of begeleiding. Anderhalf jaar later zat hij weer vast. Kom mij niet lullen, mensen...



 
 
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten