woensdag 9 oktober 2013

Groots

(Ik gebruik niet graag mijn achtergrond als aas om te vissen naar lieve woordjes of complimentjes. Beter vertel ik over mijn ervaringen in de hoop dat mensen, iemand, jij er iets van opsteekt, er iets van leert, er iets mee kán, iets goeds, iets positiefs. In ieder geval, lees het en tel je zegeningen , ja? Dat doe ik ook.)
 
Alleen thuis? Nee, toch niet. Hij stond ineens in de deuropening en zei: "Kom jij eens met mij mee". Het had geen zin om te weigeren. Die dag deed ik iets waardoor dingen veranderden. Het was een Groots moment, wat ik me destijds helemaal niet realiseerde, hoor. Wist ik veel. Ik dacht niet na. Het was niet gepland en het had helemaal verkeerd kunnen aflopen, maar zoals gezegd, ik dacht niet na. Ik deed. Je hoort mensen wel eens zeggen: "Er knapte iets in mij", en zo gebeurde het. Er knapte iets. Secondewerk leek het. Een, twee, drie, het ging allemaal zo snel. Vier, vijf, zes, "Leeft hij nog?", maar ik durfde niet te kijken. Zeven, acht, negen, opgelucht haalde ik adem bij het horen van zijn voetstappen. Maar dan, bij tien, paniek: "Hij maakt me dood".

Dood maakte hij me niet, dat moge duidelijk zijn. Het eigenaardige was dat hij helemaal niets deed. Hij kwam me niet eens achterna. Een paar weken voor dat Grootse moment had hij nog gedreigd me te vermoorden. "Wat ben je toch een vuile lafaard!", had ik tegen hem geschreeuwd nadat hij mijn zusje had geschopt, van achteren, tussen haar benen, omdat hij niet tevreden was over de manier waarop ze het aanrecht droog veegde. Ze had gehuild, wat hem helemáál pissig maakte en ik, de grote zus, wilde niet dat hij haar nog meer pijn zou doen dus ik was op hem afgestormd. "Jij bent echt gek. Zoiets doe je niet!", ik daagde hem uit, in zijn gezicht, een meisje van 17 tegenover een man van 57 en toen mijn moeder zich ook nog eens mee begon te bemoeien ("Wat is er gebeurd?', vroeg ze, mijn kleine broertje stond ernaast) werd hij stil. Dreigend stil werd hij, als de stilte voor het losbarsten van het onweer. M'n zusje had zich inmiddels uit de voeten gemaakt en zich teruggetrokken op haar kamertje. In de keuken stonden mijn vader en ik tegenover elkaar. "Je schopt iemand niet in het kruis omdat ze het foute doekje gebruikt! Durf je wel?!", en hij draaide zijn gezicht weg en keek mijn moeder aan: "Zie je dat? Die vieze blik in die ogen van d'r? Ze denkt dat ze heel wat is, met die grote smoel", wat ik intussen zo vaak gehoord had dat het me niet meer in de war bracht. "Vind je het raar dat ik zo naar je kijk wanneer je mijn zusje tussen haar benen trapt! Zoiets heb je gewoon niet te doen! Jij bent de volwassene hier en ík moet jou uitleggen dat zoiets fout is???", mijn grote smoel deed zich gelden en daar was het, het onweer. Ik wist zijn maaiende arm te ontwijken en vluchtte mijn kamertje in, hup, snel, gauw, het trappetje van mijn hoogslaper op, mijn hart bonkend van angst, en in een hoekje op mijn bed zocht ik dekking, in elkaar gedoken, ervan overtuigd dat hij me dood ging maken. Ik was zó bang, echt waar. Ik zag niets waarmee ik me kon verdedigen en hij was zo sterk, zo groot en zo kwaad. Bovendien kende ik zijn geheim. Hij had het me verteld, die dag dat ik een poging had gedaan om weg te lopen en hij het gezin waar ik hoopte veilig te zijn, gedreigd had overhoop te steken, zwaaiend met een groot vleesmes. Op de weg terug naar huis, op de hoek van de Tugelaweg in Oost, vertelde hij plotseling over zijn agressie. "Ik heb lang geleden bijna iemand vermoord. Ik sloeg hem met zijn hoofd tegen de stoeprand", met zijn grote handen deed hij voor hoe hij het gedaan had, bam, bam, en zo kwam ik erachter dat mijn vader vastgezeten had voor poging tot doodslag. "Ik wil niemand pijn doen. Maar ik kan het niet stoppen. Het zit in mij. Je moeder weet het niet. Maar ik ben bang voor mezelf, ik vertrouw mezelf niet. Daarom moet je me niet kwaad maken. Begrijp je wat ik je probeer te zeggen?" en ik had het heel goed begrepen maar het had uiteindelijk niets uitgemaakt. Van mijn zusje moest hij afblijven. Punt uit. En dus stond die man daar in mijn slaapkamer, een en al gestoorde, ongecontroleerde woede, zijn linkerhand een vuist en in zijn rechterhand een groot, zwaar koffieblik wat hij uit de keuken had meegenomen. Ik kon geen kant uit. Heel even dacht ik dat hij het trappetje op zou klimmen maar toen zag ik wat hij van plan was te doen. Het volle Douwe Egberts blik lag in die enorme hand van 'm en ook al zat ik op een hoogslaper, ik was een sitting duck, zo op een metertje afstand, in een hoekje gedrukt. "Hij is geschift", ik hoor het mezelf nóg denken maar net op het moment dat zijn arm omhoog kwam, klonk ineens de stem van mijn moeder. "Schat, nu ga je wel te ver", en hoewel hij verder ging met schreeuwen en schelden ("Zie je nou wat je doet? Je verpest het huwelijk van je moeder en mij. Dat vind je leuk, hè? Jij bent zó laag, jij hebt geen hart!") liet hij het koffieblik zakken, godezijdank. Ik was ontsnapt. Mijn moeder zette het blik terug, nam mijn vader mee naar de woonkamer en zoals altijd werd er daarna gedaan alsof er helemaal niets gebeurd was. Zo ging dat. Maar ik ben het nooit vergeten. Die beweging van zijn arm, met die joekel van een blik in zijn hand, alsof hij een freakin' potje trefbal aan het spelen was, en de manier waarop hij me had aangekeken, als een doorgedraaide maniak, vol haat en razernij. Hij had me gesloopt als mijn moeder niet had ingegrepen.
 
(Grootse momenten hebben we allemaal wel eens gehad. En er komen er ongetwijfeld nog meer want het leven zit vol met verrassingen en malle wendingen en plotselinge veranderingen. Ze komen in allerlei soorten en kleuren en zijn voor iedereen verschillend maar ze hebben met elkaar gemeen dat ze je kunnen tillen naar een hoger vlak. Ze kunnen je hoop geven, moed, kracht, vertrouwen, toen, nu, later. Ik heb al diverse Grootse momenten beleefd (inclusief kleine Grootse versies) en ik weet zeker jij ook. Dat pakt niemand je meer af. Onthoud dat.)
 
In de kelder had hij me betast. Ook mijn kut, ja, dat klopt. Hij deed die dingen. "Hoe kan dit verkeerd zijn? Elke vader die van zijn dochter houdt doet dit. Maar je mag het aan niemand vertellen". Ik walgde van hem op zulke momenten. Elke keer wanneer hij mij misbruikte voelde ik alleen maar koude, misselijkmakende minachting voor hem. Nooit heb ik één traan gelaten, nooit heb ik angst getoond of gesmeekt wanneer hij zijn zogenaamde vaderlijke liefde liet blijken; ik was stil, ik sprak niet, ik bewoog me niet en liet het gebeuren, terwijl van binnen een kil vuur genaamd verachting hevig brandde en ik alles aan hem vervloekte. Die middag deed ik mijn kleren goed nadat hij klaar was met me en liep terug naar de keldertrap, weg, weg, ik wilde weg van die plek, waar het stonk naar vies en vuil en smerig misbruik, leugens, verraad, gevaar en pijn. Halverwege de trap hoorde ik dat hij achter me aanliep en ik voelde gewoon dat hij nog meer wilde. Snel probeerde ik de deur boven te bereiken maar hij greep me van achteren, hard, en zijn hand wilde al richting mijn meisjesborst gaan toen er, jawel, iets knapte in me. Koud vuur stroomde vrijuit en ik liet het allemaal los. Ik schopte. Ik trapte naar achteren en raakte mijn vader vol in zijn lies. Terwijl ik naar boven rende richting kelderdeur (waar altijd het haakje op moest omdat hij niet betrapt wilde worden) hoorde ik hoe hij de trap af lazerde.
 
Hij had zijn nek kunnen breken of met zijn hoofd op de betonnen vloer terecht kunnen komen. Een houten trap en verder alleen maar steen en beton. Maar hij leek in orde te zijn toen ik hem boven hoorde komen, en dat was ook zo, hij mankeerde niks. Ik had hem niet vermoord. Hij had niet eens wat gebroken of een gat in z'n kop (ja, je leest het goed tussen de regels: ik was ergens ook een tikkeltje teleurgesteld). Hij ging zitten in de woonkamer en er gebeurde niets. Helemaal niets. Het was stil en het bleef stil. Ik vertrouwde het niet want ik wist maar al te goed waartoe hij in staat was en dit was zo'n abnormale reactie dus ik nam de benen voor een paar uur en kwam pas terug toen ik zeker wist dat er meer mensen thuis waren.
 
Het duurde een paar weken voor het tot me doordrong en ik was perplex. Er was iets veranderd. Er was iets gebeurd. Mijn leven was veranderd. Want vanaf die bewuste dag, die middag toen ik mijn vader van de trap trapte is het lichamelijk geweld gestopt. Het sexueel misbruik hield op en ook de lichamelijke mishandelingen. Zó, van de ene dag op de andere. Het was 1981, vlak voor ik 18 werd. Op mijn 7e was het begonnen en op mijn 17e hield het op. Met geen vinger heeft hij me meer aangeraakt. En pas toen de psychologe destijds, toen ik in therapie was, mij erop wees begon ik te begrijpen hoe daadwerkelijk belangrijk en ingrijpend dat moment is geweest voor mij. Ik ben tegen mijn vader opgestaan. Ik heb hem laten zien dat ik het niet meer pikte. Hij verloor zijn macht en controle over mij. Ik was geen slachtoffer meer. Dat Grootse moment (want dat was het) is bepalend geweest voor de rest van mijn leven. Zonder erbij na te denken liet ik het vuur ontsnappen en boekte ik een zege die me in de jaren erna veel kracht heeft gegeven en dat nog steeds doet eigenlijk. "Ik weiger een slachtoffer te zijn dus fuck jou", niet alleen naar mijn vader en naar mijn moeder maar ook naar elke rottige streek die ik heb meegemaakt en elke keer dat ik onderuit ben gegaan. Er was geen publiek om mij toe te juichen maar voor mij was het een glansrijke overwinning die ik voor altijd koester.
 
(Nog even want ik bedoel dus niet te zeggen dat ik geweld aanmoedig. Ik denk er liever niet aan wat had kunnen gebeuren als het niet was gegaan zoals het is gegaan. Het ging zoals het ging en blijkbaar moest het goed gaan maar het had ook totaal uit de hand kunnen zijn gelopen. Bevind je je in een dreigende situatie zoals die van mij destijds, ben je een slachtoffer, zoek dan alsjeblieft hulp. Ga niet jezelf onnodig in gevaar brengen. Die boodschap zul je never nooit van mij krijgen.)
 
 
 
 







3 opmerkingen:

  1. Laat niemand de moed hebben om negatief op je verhaal in te gaan! NIEMAND. En ik ben de aller- allertrotste zus van de wereld; wat was je dapper en wat was je puur! Mensen, ook mij heeft hij misbruikt!! Géén 10 jaar, maar 4 maanden. Ik ben weggelopen en kwam via via bij de kinderbescherming terecht. NIETS heeft de kinderbescherming gedaan, NIETS! NIETS voor jullie en NIETS voor mij, behalve mij in een tehuis plaatsen. Als de kinderbescherming betrokken was geweest, moeite had gedaan...was jij nooit misbruikt en mishandeld. Ik heb je niet kunnen helpen lievie en dat spijt me zó vreselijk. Ik hou van je ♥

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En wij, lotgenoten, zijn vaak zo voorzichtig en 'correct'. Blij maakt mij je cursieve tekst onderaan.....Je hebt je dapper geweerd en doet dat nu op niveau met woorden. Aangezien het je niet gaat om complimenten, zou ik die eerste cursief achterwege laten....Wij kunnen leren, altijd, van elkaar. De inhoud en sfeer van het verhaal spreken boekdelen. En Lies, jouw reactie vind ik helemaal super!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ja ben er stil van geworden heb zelf met misbruik te maken gehad mijn vader heeft me wel beschermt. was ook tot 7 jaar bij me vader, maar wat er hier staat over je vader had ik met me moeder en 1 zus en ik had nog en jongste zusje en 2 jaar oudere zus was 7 jaar en beschermde hun ook voor alle geweld was 7 jaar maar lied het niet toe ik vocht terug en heb echt wel er uit gezin maar scheelde me niets zelfs de kachel poken wamen er aan toe messen en niet kleintje nee grote Heb Respect voor jou Yvonne en wat je zusje schrijft de kinderbescherming deed niks vroeger echt niet je om kopen met een rolletje drop met ze mee gaan da zat je in een tehuis en daar wilde ik niet weer in komen bij de nonnen. wat ik wel vind yvon ik reageer dat profiel selecteren ik kan enkel anoniem klikken dan komt het bericht erop wat doe ik verkeerd je kan me wel ik ben het liss jij kan het wel goed verwoorden allemaal op jou blok weet niet of ik dat zou kunnen iedereen kan hier van Leren Yvon echt wel vind het knap van je kalm aan meiske ik heb nog niet alles gelezen maar vind je blokken wel interessant en vind veel dingen in mezelf ook nog eens terug

    BeantwoordenVerwijderen