zaterdag 20 juli 2013

Boodschap

"Goedemiddag, mevrouw, mogen wij u even storen met een blijde boodschap? Wij hebben goed nieuws voor u", zei de blonde dame met een hemelse glimlach terwijl de donkere vrouw naast haar enthousiast knikte. "Ik heb ook nieuws. Mijn man is vannacht plotseling gestorven. Dus sodemieter alsjeblieft op met je blijde boodschap", en ik knalde de deur dicht. Het enige nieuws wat ik wilde horen was dat er een vreselijke vergissing was gemaakt. "Hij is niet dood. We dachten het alleen maar". Ik weet niet hoe het is wanneer iemand dood gaat na een lang ziekbed of op hele late leeftijd, wanneer de Dood al 'n tijdje op de hoek stond te wachten tot er geoogst kon worden. Ik ken alleen het onverwachte allerlaatste afscheid, zonder waarschuwing, zonder voorbode. En ik werd een beetje gek in mijn hoofd. Niet dat ik echt als een lunatic rond liep, hoor, zo erg was het nou ook weer niet. Maar ik kreeg gedachten waarvan ik wist dat ze hartstikke absurd waren en toch kon ik ze niet stoppen. Dat leverde merkwaardige gesprekken met mezelf op, waarin mijn rationele ik tot in den treuren aan mijn emotionele ik moest uitleggen dat er echt geen vreselijke vergissing was gemaakt. "Je was er zelf bij". En dan volgde een lawine aan verstandige en logische argumenten, waarbij ik mezelf geen genade toonde. "En zelfs al zou er een vergissing zijn gemaakt, zelfs al zou hij nog leven en bij bewustzijn komen, je weet wat de artsen hebben gezegd". Ik was er zelf bij. Zware hersenbeschadiging. Hem laten leven als een derderangs versie van de man die hij was geweest? Geen optie. 'Die stekker moest eruit en dat weet je. Niemand heeft een vergissing gemaakt. Moos is dood". Ik wist toen nog niet van de kanker. Ik wist niet dat hij terminaal ziek was en sowieso zou zijn gestorven, maar dan na 3 maanden lijden in plaats van zo van het ene moment op het andere. Je 43-jarige levenspartner dood in bed vinden, terwijl je denkt dat hij alleen maar een milde longontsteking heeft, is onverteerbaar, niet te bevatten. Het is alsof je wakker wordt en met een schok ontdekt dat je nog maar 1 been hebt. Wtf is er gebeurd???  Je voelt je machteloos en onzeker, want al je vragen blijven onbeantwoord en er is niemand die het kan fiksen. De mensen om je heen blijken ineens ook een lichaamsdeel te missen en kampen met dezelfde machteloosheid en onzekerheid en je deelt je verlies in een sfeer van totale verslagenheid en shock. Het kán niet anders dan een vreselijke vergissing zijn. En zo wachtte een deel van mij vol hoop en tegen beter weten in op het geluid van de deurbel (het gekke was dat ik me dus wel realiseerde dat zijn sleutels thuis lagen), het geluid van zijn voetstappen op de trap, zijn stem, het overdadig ophalen van zijn neus en de vieze rochel die daar standaard op volgde, terwijl een ander deel van mij koel en bijna afstandelijk er alles aan deed om in de werkelijkheid te blijven, hoe griezelig 'werkelijk' ook was. Dat er geen vergissing was gemaakt had tijd nodig om waarheid te worden. Jezelf vertellen dat ontkenning de 1e fase is van het rouwproces, maakt geen moer uit. Het ontkennen gaat vanzelf, zelfs wanneer je beseft dat je in ontkenning bent. Ook al was ik er zelf bij geweest, ik kon het niet geloven.
 
Vanwege de autopsie duurde het een paar dagen voor Moos' lichaam thuis werd gebracht en opgebaard kon worden. We legden hem op een gehuurde koeltafel in wat destijds de computerkamer was, waar hij altijd zat te gamen. Het witte mortuariumkleed heb ik bij hem uitgetrokken. Ik heb hem gewassen, zijn steeds harder en stijver wordende lichaam, met die grote incisies van de autopsie (weet je hoe raar het is om de 1e letter van je voornaam terug te zien in een ritssluiting op het lichaam van je dode man?), zijn magere, strakke doodgezicht, zijn koude handen en voeten. Het was mijn 1e keer dat ik een lijk aanraakte en ik zeg je eerlijk dat ik ook giechelend een beetje heb zitten porren en duwen, uit nieuwsgierigheid, maar ook vanuit een vreemd soort fascinatie. Een dood lichaam is een lege verpakking. Het lichaam wat ik aanraakte, reinigde en zijn favoriete kleding aantrok had 43 jaar gediend als de verpakking van mijn man maar was nu helemaal leeg. Er zat niemand meer in. Dat was een vreemde gewaarwording, vooral omdat Moos zo'n aanwezig persoon was. De stilte van een dode is de ultieme stilte. Een stillere stilte bestaat niet. Hij lag 5 dagen bij ons en hoe meer dagen er verstreken hoe meer 'dood' zijn lichaam er uit begon te zien, tot mijn dochters en ik tot onze schaamte (en schuldgevoel) toe gaven aan elkaar dat we stiekem vonden dat hij een beetje op een mummie begon te lijken. Over een dode hoor je niet zo te praten, wat ik eigenlijk jammer vind want de uiterlijke veranderingen van een lijk die voor je ogen plaatsvinden kunnen je flink raken en het is goed om je gevoelens daarover te kunnen delen met iemand die dat begrijpt. De laatste paar dagen voor de crematie, toen hij een dag of 5 dood was, kregen we tactvol het advies om hem niet meer met blote handen aan te raken en hem niet te kussen, waarop het tactloos in mijn hoofd klonk: "Ach, ja, natuurlijk, hij begint te rotten". Rond die tijd begonnen we bezoek dat nog een laatste keer afscheid kwam nemen, te waarschuwen en voor te bereiden. "Het is niet de Moos die je hebt gekend". Tegen de crematie zag ik op maar ik moet toegeven dat ik ook iets van opluchting voelde toen de dag was aangebroken dat zijn lichaam werd opgehaald. Het was tijd.
 
Thuisopbaring confronteert je elke dag en rechtstreeks met de overledene. Dat is zwaar. Maar ik bleek het nodig te hebben. Ik moest alle hoop loslaten. Grof gezegd: mijn man was dood en daar lag het bewijs. Dood. Hartstikke, absoluut, tastbaar, op een verschrikkelijke manier écht dood. De Zeis had gezwaaid en of ik het nu wel of niet begreep deed er niet toe. De vragen die ik had moesten wachten en de antwoorden die ik hopelijk zou krijgen zouden niets veranderen aan de realiteit die niet langer viel te ontkennen. Er was geen vreselijke vergissing gemaakt. In die 5 dagen werd de werkelijkheid werkelijk. In die doodse stilte van zijn dode lichaam had een boodschap gezeten. Geen blijde boodschap, geen goed nieuws, maar een meedogenloos rauw-op-m'n-dak bericht waar ik niet aan kon ontsnappen, hoe hard ik ook mijn best deed om het te ontkennen, want het bewijs lag in de computerkamer. Ik was er inderdaad zelf bij.
 
(p.s. Inmiddels blijkt uit onderzoek dat thuisopbaring het rouwproces bevordert en daarom steeds meer aangeraden wordt.)
 
 
 
 
 
 


2 opmerkingen:

  1. Wat mooi geschreven. En wat een trieste machteloosheid. En wat intelligent en inzichtelijk gezien. Heb je gezien hoe al zijn gezichtslijnen vervaagden en verdwenen? Dat gebeurt snel, je ziet de persoon verdwijnen en een omhulsel ontstaan. Onbegrijpelijk en niet te bevatten. Ik hou van je!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het is idd niet te bevatten. Ik vond het een eye-opener! Hou ook van jou, mop!

    BeantwoordenVerwijderen