woensdag 30 oktober 2013

Tom en Yassin

Ik geef ze een hand. "Hoi, ik ben Yvonne", en ze stellen zich voor, netjes en beleefd, dus ik doe net alsof ik niet door heb dat ze me niet hun echte naam geven. Tom en Yassin. "Dag mevrouw, hoe gaat het met u?", ze nemen plaats aan de eettafel en gaan aan de slag.

Stil zit hij te werken, verborgen onder zijn pet. Hij lijkt gevangen in zijn eigen gedachten maar volgens mij hoort Tom alles. Hij neemt zijn werk serieus en wil niet gestoord worden maar alles wat er gezegd wordt neemt hij in zich op, als een zwijgende spons. Af en toe komt er een glimlach, zijn hoofd gebogen over tafel, zijn ogen gericht op wat gedaan moet worden en zo nu en dan tilt hij zijn hoofd een stukje op en komt er een bevestigend knikje of een kort woord. Zo jong nog. Tja, ik blijf een moeder en dat zeg ik hem ook. "Je bent jonger dan mijn jongste kind. En je bent dealer. Waarom kies je hier voor?", ik stel hem vragen, "Hoeveel geld maak je op een dag?", maar hij ontwijkt ze en danst erom heen. "Je wilt het me niet zeggen, hè?" en hij lacht ongemakkelijk, zonder me aan te kijken. Hij wil het me niet zeggen.

Die ander, Yassin, dat is een druktemaker. "Ik ben moe en ik heb ADD, mevrouw". Wanneer ik hem iets vraag dringt het niet tot hem door en moet ik de vraag wel 4x herhalen en dan nog springt hij zó van de hak op de tak dat ik weinig antwoorden krijg en hij nauwelijks te volgen is. Hij is ouder dan de zwijgzame jongen die aan de andere kant van de tafel zit en is niet stil te krijgen. Luisteren, daar is hij niet goed in, en hij heeft de neiging om je constant te onderbreken en door je heen te lullen. Hij zit, hij staat, hij loopt heen en weer, hij praat, hij belt, hij zit en begint weer opnieuw. "Ik ben van de straat! Ik heb jaren vastgezeten. Wat weet jij van mij? Jij weet niks van mij! Ik ben geschoten in mijn voet!", snoeft hij, alsof het iets is om trots op te zijn, waarop ik hem zeg dat ik niet onder de indruk ben (dat ben ik ook niet) maar dat ik wel die wond wil zien. Zijn houding verandert meteen. "Nee. Ik heb stinkvoeten". Oke.

Vanuit de open keuken komt de ammoniakstank me tegemoet. In een grote pan met kokend water staat een kom waarin coke met behulp van ammoniak omgetoverd wordt tot crack. Het stinkt en ik krijg er pijn in mijn keel van. Het raam wordt een stukje opengeschoven, maar niet teveel want het mag niet tochten. Op tafel liggen tientallen strookjes doorzichtig plastic, geknipt uit boterhamzakjes. Na het wassen (met water) en het drogen wordt de crack verdeeld in brokjes, die verpakt worden in het plastic. Bolletjes van 10,-, 20,- en 50,- euro per stuk, eerst gewogen op de weegschaal. "Wij verkopen de beste. Zuiver, ziet eruit als witte feta, zo schoon, mevrouw. Kent u het K...plein?". Ja, dat ken ik, het staat er 's avonds en 's nachts vol met dealertjes en hun aanhang. "Als ik daar rij op m'n scooter, mevrouw, al die dealers, ze kijken allemaal een andere kant op. Ze haten me", vertelt Tom. Ik vraag hem of hij een vriendin heeft. Nee, daar heeft hij geen tijd voor. "Dit gaat 24/7 door. U ziet zelf hoe vaak die telefoon gaat".

Ze putten zichzelf uit. Dealers met een potentiële burnout .Hoe gek wil je het hebben? Alles draait om het werk. Slapen doen ze als er tijd voor is en die is er niet vaak. "Ik ga door tot 4 uur 's middags, mevrouw". En 's avonds om 11 uur begint het opnieuw. Hij werkt 17 uur per dag en neemt geen dag vrij. Wanneer hij rust neemt neemt een ander het over. Ploegendienst. Nonstop. "Is 't het waard?", vraag ik en ze wijzen met vermoeide gezichten naar de bolletjes op tafel. Ze werken zich de kolere. Ik zit erbij en kijk ernaar, en verbaas me voor de zoveelste keer over de wereld waarin we leven. Aan de telefoon maakt Yassin ruzie met een andere crewmember: "Ik zeg tegen die man 5 minuten! Waar ben je nu? Nee, die is aan het bidden. Aan het bidden, zeg ik toch! Neem die scooter!", een stresskip is het, want er moet geld gemaakt worden en ik kan m'n lachen niet inhouden omdat het zo'n geschifte situatie is. "We doen dit liever niet, mevrouw Yvonne", maar ik weet niet of ik het moet geloven. "Waarom doe je het dan?", vraag ik en met een wijds gebaar van zijn arm antwoordt Tom: "Het is een verslaving". Hij vertelt: "Mevrouw, ik doe dit al vanaf mijn 17e. Ik heb 2 jaar vastgezeten door dít. En weet u wat het 1e was wat ik deed toen ik vrij kwam? Mijn telefoon pakken. Ik ben verslaafd aan dit werk. Het laat me niet met rust, ik ben verslaafd aan die rush. Echt waar, mevrouw Yvonne, tante. De spanning, de stress, het bellen, die shit koken, dealen, de risico's, alles. Het is een verslaving". Yassin zit naast me een dikke, dikke joint te draaien ("Dit is alleen wiri, mevrouw!") en knikt hevig. "Die duku gaat naar schulden, naar rekeningen. Wij hebben geen geld", waar ik geen moer van geloof gezien de hoeveelheid drugs op tafel, "Het is verslavend, dit werk. Dit is het enige leven wat ik ken, het laat me niet los, geloof me, mevrouw". Dealers die verslaafd zijn aan dealen. Die kende ik nog niet. Maar wanneer ik naar hun magere lichamen en grauwe gezichtskleur kijk en de kringen onder hun ogen en hun obsessieve gedrag zie, moet ik toegeven dat het eigenlijk helemaal niet zo raar klinkt. Wanneer je niet beter zou weten, zou je ze aan zien voor gebruikers. Alleen hebben de meeste gebruikers niet 3 mobiele telefoons. 

Het is sneu. Ik weet het, het zijn freakin' crack dealers, en ik vind ze zeker niet zielig want ze kiezen er zelf voor maar ik heb toch met ze te doen wanneer ik die 2 workaholics vraag hoelang ze dit leven willen volhouden en ze allebei hun schouders ophalen. "Voor altijd. We kunnen niet anders". Er zit geen enkel plan voor de toekomst achter het dealen wat ze doen, geen strategie, geen doelen, geen dromen, geen spaarpot voor later, niks. Dit zijn geen gangsta's, dit is niet stoer, hier is niks spannends aan of rebels. Elkaar vertrouwen doen ze tot op zekere hoogte. je beste vriend kan ineens je grote concurrent worden en dat wordt niet gewaardeerd. Deze jongens leven als gebruikers, van dag tot dag, crack is hun (kleine) wereld en dealer is niet alleen wát ze zijn maar ook wíe ze zijn geworden. Het risico om opgepakt te worden nemen ze op de koop toe. Ze weten niet beter dan dat het leven draait om drugs, net als bij verslaafden, en verspillen hun jaren aan die rotzooi, net als verslaafden. Eigenlijk hebben ze het opgegeven. Karma kan écht een bitch zijn.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten