maandag 18 maart 2013

Gangsta

Als grootouder is het je plicht om je kleinkind(eren) te entertainen door ze over gebeurtenissen te vertellen die onder andere bevestigen dat jij ooit, in een ver, ver verleden wel degelijk een spannend leven hebt gehad en dat je niet altijd met een schort voor appeltaarten hebt staan bakken, dat je meer hebt gedaan dan alleen breien en postzegels verzamelen en dat er ooit een tijd was dat je kon wandelen zonder stok en nog je eigen gebit had en zo. Voor de goede orde, ik heb al in geen jaren een appeltaart gebakken, breien kan ik niet meer door de fibro, postzegels gebruik ik alleen om te plakken op een envelop, ik loop beter zonder dan met stok en hoewel ik een paar kiezen mis (wat best stoer is) heb ik verder al mijn tanden en kiezen nog. Maar ondanks dat ik mijlenver verwijderd ben van de stereotype oma en mijn tot nu toe enige kleinkind nog te jong is om volwassen verhalen te waarderen en te begrijpen, wil ik toch het zekere voor het onzekere nemen. Of ik er echt over een aantal jaren de blits mee zal maken bij de kids van mijn kids weet ik niet maar aan de andere kant, hoeveel oma's ken jij die hun kleinkind(eren) kunnen verrassen met een waargebeurd verslag van een nachtje in de cel?

Ik ga niet verklappen wat er precies speelde, ik wil niet diep in gaan op de achtergrond en de redenen maar lang, lang geleden (wat niet helemaal waar is maar het klinkt beter) werd ik gearresteerd op verdenking van medeplichtigheid aan een misdrijf. Ik had helemaal niks gedaan, hoor. Via mij hoopte de politie meer informatie en bewijs te krijgen en meer druk te kunnen zetten op de persoon die ervan werd verdacht dat misdrijf te hebben gepleegd. Leuk was het niet, maar het was een ervaring die ik niet had willen missen, hoe vreemd dat ook mag klinken, en echt niet alleen omdat het me in de toekomst in staat zal stellen om de stoere grootmoeder uit te hangen. 'Mijn oma heeft tatoeages en zwaarden én ze heeft vastgezeten'. Niet echt vast vastgezeten, het was maar één nachtje, maar toch. Grootmama (die toen nog geen grootmama was) werd gearresteerd en mocht de nacht doorbrengen tussen de criminelen, junkies, illegalen en doorgedraaide leipo's in het cellencomplex Meer en Vaart, hier in Amsterdam. Ik wist niet wat me overkwam maar omdat er geen andere optie was dan me erbij neer te leggen besloot ik de hele situatie te beschouwen als een kans om iets mee te maken wat ik als 'keurige' dame nooit eerder had meegemaakt. (Voor mijn kinderen vond ik het veel vervelender. Ze waren al volwassen maar natuurlijk maakten ze zich zorgen en liepen ze te stressen omdat hun moeder was opgepakt. Plus ik mocht ze niet bellen, vanwege de aard van het misdrijf, dus ik kon ze niet gerust stellen via een gesprekje over de telefoon.) Neem nou dat hele 'good cop, bad cop' spelletje. Dat kende ik alleen uit films en tv series en ineens zat ik tegenover een blonde jonge vrouw die me thee aanbood, me bemoedigend toe lachte en mijn vertrouwen probeerde te winnen door te vragen hoe ik had geslapen en of ik lekker had gedoucht (good cop) en een kale oudere man die me nors en vuil aan keek, met zijn vuist op het bureau sloeg en me angst probeerde aan te jagen door te dreigen met gevangenisstraf (bad cop). Ik praat er nu een beetje luchtig over maar die mannelijke rechercheur was echt een eikel. Mede op advies van mijn advocaat beriep ik mij op het zwijgrecht en dat viel niet in goede aarde bij meneer, die tijdens het verhoor steeds roder en kwader werd tot hij uiteindelijk brulde dat ik terug naar mijn cel mocht want 'Met jou valt niet te praten!'. Nee, natuurlijk niet, sukkel, daarom heet het ook Zwijg-recht. Dit zei ik niet hardop, hoor, hij was al pissig genoeg en ik was allang blij dat ik terug mocht naar het 'gastverblijf', want een verhoor is niet fijn. Wat trouwens ook niet fijn was was het feit dat ik ongesteld was. Tampons zijn namelijk verboden. Ik heb geen idee waarom. Zijn ze bang dat je jezelf ophangt aan een ketting van aan elkaar geknoopte ob-tjes of zo? De wc ermee verstoppen kan maar dat lukt veel beter met die gigantische luiers die je krijgt in plaats van tampons dus ik begrijp niet waarom je verplicht wordt tot het gebruiken van vooroorlogs verband. Via de intercom kun je vragen om schoon verband maar doe dat wel ruim voor het echt nodig is want ze laten je rustig wachten tot het te laat is en je moet blijven vragen. 'Hallo? Ik zit nu al een uur te wachten en als het nog langer gaat duren zitten jullie zo met een bloedbad en dat wil je niet mee maken'. Wat aanzienlijk minder gangsta over komt als je bedenkt dat het om maandverband ging maar goed, ik heb mooi wel gedreigd een bloedbad aan te richten in een cellencomplex en dat kunnen niet veel oma's zeggen toch? In een politiecel is het verder verboden om veters in je schoenen, een riem, sjaal, lange kousen, een panty of majo te dragen en wanneer je een vrouw bent moet je ook je bh inleveren, want daar schijn je je ook mee op te kunnen hangen, wat betekende dat ik me de hele tijd pijnlijk bewust was van die enthousiast schommelende cup C in mijn shirtje. Douchen doe je in een klein afgesloten hokje, met zeep waar je volgens mij de afvoer mee kunt ontstoppen en shampoo waar een muis niet genoeg aan zou hebben, en je droogt je af met papieren handdoeken dus ben je nog nat wanneer je je kleren weer aantrekt. Kwa afleiding moet je het hebben van één tv kanaal met uitsluitend National Geographic en één muziek kanaal waarop 24/7 hetzelfde bandje te horen valt, wat een verkapte manier van pesten is want je hoort alleen maar oubollige liedjes over liefde, gemis, afscheid nemen en heimwee. Dat kan geen toeval zijn. Je zit je al helemaal kapot te vervelen want er valt dus echt niks te doen, je bent alleen en afgesloten van de rest van de wereld en dan gooien ze er ook nog 'ns zulke liedjes tegenaan? Het is een vorm van terreur. Ze willen je breken. Weet je trouwens dat je de inkt die gebruikt wordt bij het nemen van vingerafdrukken het beste weg krijgt met garagezeep en dat je vooral goed onder je nagels moet schoonmaken na afloop? Niet dat je er ooit iets aan zal hebben, aan die informatie, maar dat maakt niet uit.
 
Over de ontmoeting die ik had met een vrouw op de luchtplaats ga ik ook mijn kleinkind(eren) vertellen. Niet omdat het een sappig verhaaltje is waar ik ze mee kan vermaken op een druilerige zondag maar omdat die ontmoeting zoveel indruk op me heeft gemaakt. Luchtplaats is eigenlijk een veel te mooi woord voor het betonnen binnenplaatsje wat ik betrad, gehuld in een veel te groot donkerblauw politie regenjack, want het was november, het regende en mijn eigen jas had ik moeten inleveren. Het zag er zo troosteloos uit, nat, koud, donker, alleen maar betonnen muren om me heen en een dik stalen raster boven mijn hoofd. Ik was net begonnen aan mijn eerste sigaretje (je krijgt er twee) toen de deur aan de overkant open ging en een mager vrouwtje de luchtplaats op stapte. In eerste instantie hield ze afstand maar omdat ze een zieke indruk maakte liep ik op haar af. 'Gaat het met je?'. Ze kreunde zachtjes en ik nam haar mee naar een plekje waar het droog was. Daar zakte ze op haar hurken, haar armen om haar knieën geslagen, haar gezicht verborgen in haar donkere haar, en met een stem waardoor ik op slag vergat waarom ik daar was, zei ze: 'Ik ben ziek, weet je. Ik heb methadon nodig'. Ze wiegde naar voren en naar achteren, de pijn was op haar gezicht te lezen. 'Ik ben verslaafd aan heroïne. Dat zie je wel aan me, he? Ik heb methadon nodig. Ze weten het maar ze werken met vaste tijden, weet je. Ik moet nog twee uur wachten hebben ze gezegd'. Ze keek me aan. Op mijn hurken ging ik naast haar zitten en met de sigaret die bijna op was stak ik m'n tweede aan. 'Ik ben 37. Maar van binnen ben ik een kind. Ik weet helemaal niks. Ik heb niks geleerd'. Samen staarden we naar de regen die met bakken naar beneden kwam. 'Ik was 16 toen ik begon. Met m'n vriend, weet je. We zijn nog steeds samen. Hij is ook opgepakt. Maar hij gebruikt meer coke. Soms bruin maar meestal coke. Ik niet. Vroeger wel. Vroeger, toen gebruikte ik alles. Nu alleen heroine'. Met één hand greep ze kreunend naar haar maag. 'Ik spuit niet. Ik hou niet van naalden', en na een korte pauze ging ze verder, 'Kijk me nou eens. Ik ben 37 en ik ben een kind. Ik sta nergens ingeschreven en ik heb geen id. Ik weet niets van het leven, snap je. Ik weet niets van de wereld. Alles is gestopt op mijn 16e'. Zuchtend stonden we langzaam op. Hert was tijd om naar binnen te gaan en afscheid te nemen. Ik zou haar nooit meer zien en zij is mij ongetwijfeld allang vergeten maar ik haar niet. Ik weet niet precies waarom die ontmoeting zoveel indruk heeft gemaakt en waarom ik vooral dat ene zinnetje maar niet kan vergeten. "Ik ben een kind'. Misschien dat ik het heb uitgevogeld wanneer de tijd daar is om erover te vertellen aan mijn kleinkinderen?
 
De volgende dag aan het begin van de avond ging ineens de deur open. 'Mevrouw, ik heb goed nieuws. U mag naar huis'. Bij de tramhalte wees een oude Surinaamse dame die eruit zag alsof ze al achterkleinkinderen had, me welke tram ik moest nemen. Ik zag haar kijken naar m'n plastic tas met daarop in koeienletter Politie Amstelland (met daarin o.a. mijn bh en panty) maar ze legde haar hand even op mijn schouder en zei met een dik Surinaams accent: 'Geeft niets, mi gudu. Ga fijn naar huis. Het komt goed, schat'. En zo eindigt mijn verhaal. Ik heb er niets meer van gehoord. Wat over is gebleven zijn herinneringen. En documenten. Ik heb ze namelijk bewaard. Als bewijsmateriaal. 'Oma, je verzint dit', en dan pak ik die map, en met een triomfantelijk gebaar haal ik het proces verbaal te voorschijn waarna ik in geuren en kleuren vertel over mijn kortstondige doch roemruchtige gangsta verleden. 'Een bloedbad, zei ik, en hij wist dat ik het meende!'. Gaan we daarna appeltaart eten. Van de Hema.
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten