Zo vreselijk als ik het vond op de middelbare school, zo leuk vond ik het op de lagere school. Ik woonde in Oost en ging naar school in de Watergraafsmeer (1969-1975). Van sommige kinderen kan ik me nauwelijks iets herinneren maar andere klasgenootjes hebben om diverse redenen wel een indruk achter gelaten, waardoor ik af en toe zelfs nog over ze droom.
Sylvia had rood haar en sproeten. Met haar had ik beef. Op een middag mocht ze nagekeken proefwerken uitdelen en toen zij bij mijn tafeltje kwam gaf ze me ineens een klap. Ik weet nog steeds niet waarom, want ik had het niet verdiend. Kleine driftkop die ik was, stond ik op en gaf haar een dreun terug. Ze begon direkt te piepen en te huilen. Ik moest van de meester in de hoek gaan staan en oh, dát vond ik nog het ergst, ik moest Sylvia mijn excuses aanbieden. Ik geloof dat het kind in mij het haar nog steeds niet heeft vergeven, want zelfs 38 jaar later kan ik er nog steeds kwaad om worden. De bitch. Ik had wel een goed cijfer voor dat proefwerk trouwens.
Roy herinner ik me vanwege zijn hoofd. Dat was namelijk nogal aan de grote kant, met blonde krullen, en hij had van die grote, uitpuilende blauwe ogen. Roy kwam met zijn hoofd klem te zitten tussen de spijlen van het hek om het kleine speelplein, achter de school. Eerst dacht ik dat het een grapje was maar het was echt, hij kon niet meer voor of achteruit. Ik kan me niet herinneren waarom hij uberhaupt zijn hoofd tussen die spijlen had gestoken, maar ik weet nog wel dat de meesters en juffen hem loskregen met behulp van een pak boter. Zijn oren waren opgezwollen en knalrood, de margarine zat in zijn krullen en liep langs zijn nek naar beneden, en hij huilde toen zijn moeder hem kwam ophalen.
Er zaten 2 jongens met de naam Ronald in de klas en de Ronald die er het laatst bij was gekomen werd Ronnie genoemd. Ronald had spierwit haar en donkere ogen, wenkbrauwen en wimpers. Hij werd als één van de probleemkinderen in de klas gezien door school. Ik mocht hem graag, ik voelde me op mijn gemak bij hem, en als hij je mattie was hoefde je nooit bang te zijn. Hij had me wel een zoentje mogen geven maar dat heeft hij nooit gedaan. Ronnie was een brave leerling, een beetje een zeurpietje, en hij maakte me heel zenuwachtig toen hij op een dag toen we een huisdier mee naar school mochten nemen (Dierendag, vermoed ik), mijn neus aantikte en op verliefde toon tegen me zei dat ik precies zo'n neusje had als het konijn dat op mijn schoot zat. Iedereen hoorde het en ik schaamde me rot. Vanaf dat moment had Ronnie het bij me verpest. (Maar wel later in de spiegel checken of ik echt een konijnen-neus had.)
Jolanda herinner ik me vanwege een akkefietje wat we ooit hadden en vanwege de hand van haar vader. Haar ouders hadden een eigen zaak bij ons in de Pretoriusstraat en ik kwam er vaak thuis. Jolanda's vader was een aardige man maar hij had een ernstig verminkte hand. Hij had met die hand in een draaiende centrifuge gezeten (ai!) en ik vond het er heel eng uitzien, die drie misvormde, dikke stompjes. Ik weet nog dat hij altijd van die Koetjes repen uitdeelde, met zijn horror-hand, en ik kon toen al geen nee tegen chocola zeggen, dus ondanks dat enge gevoel in mijn buik pakte ik ze dan toch uit zijn 'vingers'. Maar met Jolanda heb ik ook ruzie gehad (ze had de neiging bazig en 'n tikkeltje agressief te zijn), in de kleedkamer, na afloop van gym, waar ik een bloedhekel aan had dus ik was al niet in een al te best humeur. Ze stond me te jennen, en echt, ieder meisje was bang voor haar, want ze sloeg je gewoon keihard, dus ze kwam overal mee weg, maar ik ontplofte. Elke gymschoen die ik kon vinden heb ik naar haar hoofd gegooid, tot grote verbazing van mijn klasgenootjes, en ik hield pas op na ingrijpen van de gymjuf en onze meester. Ik kreeg ditmaal geen straf.
Samen met Jolanda en Marjon deed ik tijdens een klassefeestje The Three Degrees na, met een groene afro pruik op mijn hoofd. Ik heb er nog een foto van, ik denk dat ik een jaar of 11 was? Marjon was een verwend nakomertje. Ze kreeg in alles haar zin. Haar moeder was zeker 30 jaar ouder dan mijn moeder, die net een paar jaar ouder was dan Marjon's broer. Snap je het nog? Marjon wilde alleen bruine bonen eten wanneer ze geen velletje meer hadden en door een zeef waren gehaald, vermengd met appelmoes. Het gaf me een heel ongemakkelijk gevoel toen ik haar dat baby-prutje zag eten. Ik snapte er niks van. Daarna vond ik haar niet meer zo aardig.
Evert-Jan speelde trompet. En dat deed hij met zijn raam open zodat ik hem kon zien en horen want Evert-Jan woonde in de straat achter ons op 3 hoog en vanaf hun veranda keek hij zo bij ons in de tuin én in mijn kamertje. Evert-Jan kon het meisje waar hij verliefd op was niet krijgen, dus probeerde hij, zonder enig succes, elk ander meisje in zijn omgeving te versieren. Ik vertrouwde hem niet. Want hij woonde in de straat waar mijn straat altijd ruzie mee had. Hij deed niet aktief mee met de gang van de Retiefstraat maar hij heulde wel met de vijand en dat was voldoende.
Johanna was een meisje wat pas laat bij ons op school kwam. Ze viel er helemaal buiten, met haar vlechten, bril en grote, scheve tanden, haar truttige, stijve sombere jurken, met bovendien een groot gebrek aan sociale skills. Ze kwam uit een Jehova gezin en werd uiteindelijk beste vriendinnen met een andere outcast: Marjan. Marjan was het dikke meisje van de klas. We waren een tijdje vriendinnen maar dat veranderde toen Marjan als eerste van de klas ongesteld werd en zichzelf een vrouw ging noemen, waarbij ik als niet-ingewijdene nog lang 'slechts' een meisje bleef.
Marcel was de oudste van de klas, hij was 2x blijven zitten. Hij was een lange slungel, adhd type, altijd goed voor een grap maar ook altijd in de problemen. Hem heb ik een blauw oog gegeven. Hij daagde me uit, lachend, op het grote speelplein. "Doe het dan. Sla me maar. Toe dan, toe dan. Ik ben niet bang voor een meisje, hoor, hahaha", en ik raak hem bam!, zo met mijn vuist in zijn oog. Het was helemaal niet de bedoeling hem zo hard te raken en ik schrok me het lazarus maar hij moest er alleen maar heel hard om lachen. Dankzij dat blauwe oog steeg ik trouwens in achting bij de jongens, maar dat kan ook vanwege mijn in een rap tempo ontluikende borstjes zijn geweest.
En dan was er nog Thea, van wie gezegd werd dat ze met haar broer had zitten tongen. Martin, de clown van de klas en zoon van een inbreker. Michael, die jaren later verklaarde hopeloos verliefd op mij te zijn geweest, waar ik niets van had gemerkt. Remy, die de juf aanviel en haar de haren uit het hoofd rukte, midden in de klas, tijdens de les. Corina, die een moeder had die topless in de zon lag toen het nog niet hip was en die daarmee de interesse wekte van elke vader, tot jaloezie van elke moeder.
Als één van de weinigen van m'n klas ging ik naar het vwo en ik ben uiteindelijk met elk kind uit die tijd het contact kwijtgeraakt. Meester Bert en juf Marianne leven misschien niet eens meer en het zou ook goed kunnen dat niet al mijn vroegere klasgenootjes nu nog in leven zijn. Mensen gaan dood, de één wat eerder dan de ander. Maar toch bestaan ze nog allemaal. Op oude schoolfoto's, en in mijn herinneringen. De tijd heeft niets met ze gedaan, ze zijn niet veranderd, niet ouder geworden. Alleen ik ben verder gegaan met leven. Hoe zou het nu met ze gaan? Ik moet toch maar eens gaan zoeken op Facebook...
Grappig, ik had ook een zoon van een inbreker in de klas op de lagere school. Later begon hij zelf trouwens een hasjlijn, waarbij hij in plaats van het in een coffeeshop aan te bieden hasj en wiet aan huis bezorgde. Het heeft niet lang bestaan, waarschijnlijk werd het verboden, maar een origineel idee was het wel. Ik heb samen met Herry een paar jaar geleden wel eens een speurtocht ondernomen naar klasgenoten van weleer, maar dan op de middelbare school. Dat leverde trouwens wel wat op, en inderdaad ook een aantal mensen die overleden bleken te zijn. Het lastigst te vinden zijn altijd de mensen met namen als de Vries, Jansen en de Boer, zeker als je hun geboortedatum niet weet.
BeantwoordenVerwijderenIk weet het, het is moeilijk om al die mensen terug te vinden. En veel meisjes van toen zijn getrouwd en dragen nu de naam van hun man dus dat is lastig zoeken.
BeantwoordenVerwijderenOh, ik heb zulke gaten in mijn geheugen! Ik zat op de kleuterschool in Leiden, alwaar ik in een weeshuis bij de nonnen woonde en ik heb op 3 lagere scholen gezeten; de Heilig Hartschool tegenover de oude Rai in de Ferdinand Bolstraat, de Albert Sweitcherschool op Curaçao en de Mariaschool in de Roerstraat. Ik hoorde bij de grote meisjes, door mijn lengte. Degene die mij het meeste is bijgebleven is een meisje dat op een dag schuivend langs de schoolmuur en huilend aan kwam zetten (in de 4e). Haar vader was net van de trap gevallen en overleden, toen hij de fiets naar beneden bracht van een zusje of broertje van haar. Het was een groot gezin, weet ik nog. Dat kwam diep bij mij binnen en ik had enorm met haar te doen! En een jongen in de klas op Curaçao (de 5e) die me ineens keihard sloeg, ik weet niet waarom. Ik had in één klap een hekel aan hem en het was voor mij een uitdaging hem te sarren zonder dat ik opnieuw gevaar liep om een knal te krijgen. In de 6e klas in de Roerstraat herinner ik mij vooral de meester, die mij en andere meisjes betastte en altijd gluurde bij het omkleden voor de gym! En het feit dat mijn moeder mij een keer letterlijk helemaal naar die school heeft geslagen. Ik kwam volkomen overstuur en blauw geslagen in de klas en niemand stak een vinger uit! Toch hield ik van school. Als ik op school was, was ik niet thuis!! En ik hield van de stilte in de klas en van het werk, hoewel ik ook een kletskous was.
BeantwoordenVerwijderenZie je? Je kunt je best nog het één en ander herinneren :-)
Verwijderen