
Recente cijfers kon ik niet vinden maar in 2011 waren er 12.735 gedetineerden in Nederland waarvan 11.965 mannen en 775 vrouwen. Hoeveel gedetineerden er een vaste relatie met iemand buiten de muren hebben, weet ik niet, en ik weet ook niet hoe groot de overlevingskans is van een relatie tussen twee mensen waarvan er één binnen de muren zit. Ik schat dat percentage niet hoog. Het ís ook moeilijk om in zo'n situatie je relatie goed te houden. Het is zwaar, voor allebei, je moet stevig in je schoenen staan en je door heel wat emoties heen worstelen. Je moet je best doen om niet van elkaar te vervreemden wanneer je elkaar maar één uurtje per week kunt zien. Het geeft spanningen en stress en ruzies met woorden waar je later spijt van krijgt. Degene binnen moet de persoon buiten durven te vertrouwen en degene buiten mag het vertrouwen van de persoon binnen niet beschamen. Je zult de vrouwen de kost moeten geven die hun gedetineerde man niet trouw zijn. Ik heb de verhalen gehoord en ik heb geen goed woord over voor die wijven want je maakt je man helemaal gek en hij kan niks doen. Waar ik ook niet tegen kan zijn die dames die schaamteloos delen in de buit die manlief mee naar huis brengt en die dan later, als hun kerel in de bak zit, gaan lopen klagen en huilen en schelden, alsof zij het onschuldige slachtoffer zijn. Voor mij was en is het simpel. Of je staat achter je man of je staat niet achter hem. Je hoeft het niet eens te zijn met zijn baan als inbreker of drugsdealer (of bankdirecteur) maar wanneer je ervoor kiest om 100 % achter je man te staan, en een carrière switch zit er niet in, hoe graag je dat ook wilt, dan accepteer je zijn criminele activiteiten én eventuele gevolgen, want aan een dergelijke relatie kleven natuurlijk risico's. Kun je dat niet, dan moet je die man laten gaan. Voor jezelf én voor hem, want ook criminelen hebben een hart dat gebroken kan worden.
Ik miste hem zo verschrikkelijk. In vier penitentiaire inrichtingen heb ik hem bezocht. De Koepel in Haarlem, de Bijlmer bajes, de p.i. in Lelystad en die in Grave, bij Nijmegen. Ik heb me nooit geschaamd voor mijn relatie met hem, ook niet toen hij vast zat. Meestal kreeg ik van vrouwen negatieve reacties en van mannen positieve reacties wanneer ze hoorden dat ik het liefje van een gedetineerde was. Vrouwen veroordeelden me vanwege het feit dat ik bij hem bleef, mannen spraken hun welgemeende waardering uit. Ik kan me nog herinneren, in een sneakershop op de Nieuwedijk, waar ik voor mijn schatje nieuwe patas kwam kopen, en ik de VIP treatment kreeg van de manager zodra hij me hoorde vragen of ik wat langer de tijd kon krijgen om die sneakers eventueel te ruilen, vanwege de invoer/uitvoer procedure in de gevangenis. 'Je bent een kanjer', zei hij tegen me en duwde de verkoper die me hielp opzij. 'Ga jij iemand anders helpen. Deze dame verdient alle respect en hulp die we haar kunnen geven'. Of die keer toen ik mijn treinkaartje niet kon vinden, op weg van Lelystad terug naar Amsterdam, en de controleur tussen de spullen die ik uit mijn tas had gevist een formulier met het adres van de p.i. Lelystad zag liggen. 'Je komt net van bezoekuur?', en ik vertelde dat ik bij mijn man was geweest. 'Laat dat kaartje dan maar zitten. Jij hebt nu wel wat anders aan je hoofd. Maak je niet druk, je bent een goede vrouw'.
Ik werd er altijd een beetje verlegen van, want ikzelf vond het niet zo speciaal en bijzonder wat ik deed. Je houdt van je kerel en je doet je ding. Zo ingewikkeld vond ik dat niet. Maar ik waardeerde het wel. Waar mijn seksegenoten over het algemeen naar me keken alsof ik óf zielig óf dom was kreeg ik van leden van het andere geslacht respect en een schouderklopje. En ik ben ook maar een mens. Ik kan wel een grote mond hebben en de hele tijd stoer doen maar natuurlijk konden die negatieve responses me dwars zitten. Het is niet leuk om het gevoel te hebben dat je je moet verontschuldigen voor het volgen van je hart. Van een crimineel mag je niet houden, laat staan van een crimineel in detentie en wanneer je dat toch doet en er voor kiest om trouw op hem te wachten is er blijkbaar iets mis met je. Er is me zelfs wel eens gevraagd of ik bij hem bleef omdat ik eigenlijk bang voor hem was of omdat ik dacht dat ik niets beters kon krijgen. Zulke vragen zeiden meer over de vragenstellers dan over mij en weerhielden me er niet van om te blijven luisteren naar mijn hart en daar openlijk voor uit te komen maar ik moest af en toe echt mijn best doen om me niet een alien te gaan voelen.
Met die vriendin is het nooit meer goed gekomen. Niet alleen veroordeelde ze mij vanwege mijn beslissing om bij mijn 'bajesklant' te blijven maar ook had ze problemen met mijn houden van een srananman. Onze vriendschap stierf bij het zien van de vieze blik in haar ogen toen ze hoorde waar hij vandaan kwam. 'En hij is ook nog een Surinamer! Sinds wanneer val jij op negers?', en nog zie ik haar hoofdschuddend naar haar eigen (joodse half Indo!) kerel kijken. Weet je wat het is? Ik ben oud en wijs genoeg om mijn eigen beslissingen te nemen zonder dat ik de goedkeuring van anderen nodig heb en dat ik daarbij de neiging heb om dingen te doen en keuzes te maken die niet altijd door iedereen worden begrepen, dat weet ik. Babette hoefde het ook echt niet met mij eens te zijn. Ieder mens is uniek. Maar veroordeel mij niet want dat recht heb je niet. Kijk niet op mij neer, betuttelend, neerbuigend of beledigd vanwege mijn manier van leven, toen of nu of in de toekomst, terwijl je nooit in mijn schoenen hebt gestaan. Ik volg mijn hart en mijn eigen richtlijnen. Ook toen het betekende dat ik gefouilleerd moest worden om zestig minuten écht alleen te kunnen zijn met mijn liefste, een crimineel achter slot en grendel. Ik heb Babette nooit meer gesproken. En dat is maar goed ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten