dinsdag 21 mei 2013

Op de kaart

Barcelona, een vreemde stad in een vreemd land, een chaotisch metrostation, twee dwaze, oude vrienden op reis, na een nachtelijke rit van meer dan acht uur in een volle bus met een haperende airconditioning plus een hardnekkige klunzigheid die het bijna onmogelijk maakt een kaart dusdanig te lezen dat hij je brengt waar je zijn moet. Dat is vragen om problemen. Kleine problemen weliswaar en we bleven lachen maar toch. We deden erg veel bakkies.

'Aah, mooi, daar is een kaart. Eens even kijken...', mompelt JC. met zijn hoofd schuin naar links terwijl hij de kaart intensief bekijkt. 'Waar staan wij nu?', vraag ik, in een poging een bijdrage te leveren aan de oplossing van het vraagstuk hoe te komen van hier naar daar. 'Wij zijn... Maar... Wat is dit nou voor rare kaart? Waar zijn de metrostations? Wat zijn dit voor nonsens?'. JC. kan geïrriteerd raken als hij iets niet begrijpt en hier snapt hij niks van. 'Ik heb geen idee. Maar daar hangt een andere kaart', wijs ik optimistisch. 'Ach, natuurlijk, ik begrijp het al. Dit is de kaart voor de bus. Hahaha, dan kan ik wel blijven zoeken'. Omdat ik zo ongeveer de laatste ben die hem zo'n foutje kwalijk mag nemen kijk ik hem grijnzend aan. 'Je bent gewoon moe, JC., het is je vergeven, hoor'. Ik heb nog een beetje geslapen in de bus, JC. niet, en zo piepjong zijn we niet meer. 'Ik heb last van jetlag. Dan word ik raar in mijn hoofd', moet hij toch nog ter verdediging uit leggen.  'Dat heb ik altijd, schat. Met en zonder jetlag. Kom', en we laten de buskaart voor wat -ie is.
JC. begint met dezelfde intensiteit opnieuw en in dit geval de juiste kaart (want er staat in koeienletters een M op dus vergissen kan niet) te bestuderen. Ik doe niet mee. Aan mij is zoiets niet besteed. Ik begrijp sowieso niets van die wirwar van lijntjes, kleurtjes en cijfers in kaarten van het openbaar vervoer, laat staan in een metrostation in Barcelona. Het wordt één grote brei waar mijn hersenen niets mee kunnen. Laat JC. het maar uit zoeken en daarna aan mij uitleggen, dat werkt beter. 'Weet jij nog waar we heen moeten?', vraagt mijn kaartlezer me ineens. 'Oh, jee... Dat ben ik alweer vergeten.... 't Is vlakbij die ene kerk. Hoe heet dit station?' Vertwijfeld kijk ik om me heen in de hoop de naam van dit station te vinden maar die staat nergens vermeld. 'Dat weet ik niet meer... Dat begint goed, he, mop, hahaha', roept JC. vrolijk. Twee intelligente mensen die elkaar als twee randdebielen aan staan te kijken. Half Barcelona rolt over de grond van het lachen. 'Staat er niet ergens zo'n 'U bent hier' dinges op die kaart? Voor gekke toeristen zoals jij en ik?', vraag ik hoopvol want no way dat ik aan één van de locals ga vragen waar we ons in vredesnaam bevinden. 'Ik ben aan het zoeken. Aah, hier, we zijn hier', prikt JC. met zijn vinger ergens op de kaart. 'Ok. Gelukkig, daar zijn we. En we moeten naar?'. JC's ogen speuren de kaart af. 'Hier moeten we heen. Ik weet het weer. Naar dit station. En hier is die kerk die je bedoelt'. Goh, ik had het goed. Ongelooflijk. 'Dus we moeten die groene lijn volgen?' Zolang ik me focus op één kleur is dit eigenlijk best leuk om te doen. JC. volgt de groene lijn en ik volg mee. 'Ja, we moeten groen hebben. En die gaat helemaal hier heen. Dus dan moeten wij...', maar ik onderbreek hem:  'Nee, nee, wacht even. Die lijn is een andere kleur groen. Kijk, hier verandert -ie. Zie je?', en ik ben best een beetje trots op mezelf wanneer ik JC. wijs op de halte waar lichtgroen legergroen wordt. 'Ja, ik zie het. Shit. Hadden we dus bijna de verkeerde metro genomen, he?'. 'Maar waarom gebruiken ze dan ook twee kleren groen? Je ziet nauwelijks verschil, man. Deze is het. En dat is de metro naar...' Mijn wijsvinger maakt kilometers op de metro kaart en ik realiseer me dat miljoenen wijsvingers die van mij zijn voorgegaan. Ik ben in Barcelona en het kan me eigenlijk geen ruk meer schelen waar ik heen ga. Want deze stad is overweldigend geweldig en ik ben halsoverkop verliefd aan het worden. 'We moeten naar dit eindpunt', wijst JC., 'En wij moeten er uit bij...Waar ligt het nou ook alweer? Zie jij het?'. Godenzijdank, ik zie het. 'Daar. Bij die kerk. Toch? Of niet? Tjongejongejonge...'. Mijn hersenen doen hun uiterste best en ik beloof ze een extra café con lèche als ze dat nog even volhouden.  'Jawel, helemaal goed. Daar moeten we heen dus dan moeten we er hier uit'. En tot mijn verbazing begrijp ik wat hij zegt. Ik snap de kaart! Halleluja! 'Dus eerst lichtgroen, drie haltes, en dan hier overstappen op  legergroen tot daar', herhaal ik voor mezelf hardop zodat ik het niet vergeet en serieus, het voelt alsof we geslaagd zijn voor een test dus roep ik stoer: 'Zie je wel dat we het kunnen?' JC. knikt, al net zo stoer als ik: 'Jazeker. Wij komen er wel. Nu nog het juiste perron vinden, maar dat lukt ons ook wel', en ik loop achter hem aan richting kaartautomaat: 'Zeg dat nou maar niet te hard, JC....'.
Vier minuten later, in de metro, probeer ik undercover de locals te bestuderen die net als ons op weg zijn naar ergens in Barcelona wanneer JC. me ineens hoofdschuddend aankijkt. 'Ongelooflijk. We hebben het toch voor elkaar gekregen, mop'. Ik ruk me los van een paar grote bruine ogen in het gezicht van een ukkepuk die aan de hand van mama mijn grote blauwe ogen erg interessant lijkt  te vinden. 'Wat? Wat hebben we gedaan?' JC. wijst omhoog naar het weergegeven schema van het metrotraject. 'We zitten in de verkeerde metro'.

Barcelona is een joekel van een stad, de op één na grootse stad van Spanje (Madrid staat op de eerste plek). Naast een heleboel toeristen maakt een groot deel van de ruim 1,6 miljoen inwoners (voorsteden niet meegerekend) gebruik van de metro, die bestaat uit elf lijnen met een totale lengte van 123 kilometer en 166 stations, waarvan enkelen gesloten. Die lijnen worden aangeduid met kleuren en getallen, wat op de kaart een chaotisch spinnenweb geeft maar in realiteit goed blijkt te werken, hoewel de een daar ietsje sneller achter komt dan de ander en JC. en ik daar nóg langer over deden, maar dat zegt meer over het functioneren van ons beider brein dan over de metro van Barcelona. Wat we wél snel hadden uitgevogeld was hoe eenvoudig het is om zo'n leuke (en goedkope) geel/zwarte taxi in Barcelona te scoren. Er rijden er namelijk 12000. Het verkeer is erg druk en erg snel (max. snelheid in de stad is 80 kilometer per uur), heel veel auto's, bussen, motoren, scooters, brommers, en dan nog anderhalve fiets, maar op de een of andere manier loopt alles soepel, wat onder andere te danken schijnt te zijn aan een slim en efficiënt gebruik van de verkeerslichten in de stad, maar het blijft een wonder hoe anders en zoveel beter het verkeer in Barcelona is dan in bijvoorbeeld Parijs, waar constante opstoppingen ervoor zorgen dat elk ritje twee keer zo lang duurt en de meter in taxi's niet kilometers maar minuten telt (dan verdienen de taxichauffeurs tenminste iets).
 
JC. en ik hebben het gehaald. We overwonnen de metro en kwamen uiteindelijk waar we wezen moesten. 'Eerst maar een bakkie doen, he?', wat onze vaste beloning was na elke speurtocht die we moesten ondernemen dankzij het gehandicapte richtingsgevoel en het gebrek aan kaart-vaardigheid waar we allebei mee gezegend zijn, en JC. vervolgde: ' Hoe heet dit plein? Dan kijk ik even op die kaart daar. We mogen niet verdwalen, mop!'.













1 opmerking:

  1. hij is weer leuk geschreven, en haha moet ik het nog zeggen ? erg herkenbaar zeker zo,n kaart pff....

    BeantwoordenVerwijderen